Vandaag is het begin van mijn digitale fototijdperk aan de beurt. Voorafgaand aan deze reis kreeg ik mijn eerste digitale camera cadeau (formaat koelkast) en sindsdien is het einde zoek.
Oktober 2004. Eerste keer VS. Wilde ik nooit heen want Amerikanen zijn oppervlakkige wezens. Dat zie ik nu íets genuanceerder maar het beeld is toch grotendeels in stand gebleven. Ze zijn wél heel aardig. En de service is overal goed. Best verfrissend als je al een tijdje in Amsterdam woont. Maar mijn haren gaan overeind van de tandpasta smiles.
Anyway, het werd een rondreis die startte in Washington (saaaai) en eindigde in Chicago. Daartussen zaten Las Vegas met z’n drive through wedding chapels, supertoffe show van Cirque de Soleil, sneue gokkende huisvrouwen met emmertjes kwartjes achter de slots en verder gewoon veel ordinair volk en neon reclames. Death Valley met z’n zandstorm en immense hitte. De cabrio waar we na Death Valley ivm een sneeuwstorm sneeuwkettingen op moesten leggen (en waar ik helaas geen foto’s van heb gemaakt). Yosemite NP met z’n loslopende beren waar je denneappels naar moest gooien, ijzige hellingen waar ik niet naar beneden durfde. San Francisco waar je spontaan een bekende in de kroeg tegen het lijf liep. Daar natuurlijk ook Fisherman’s Wharf, mooie victoriaanse huisjes en Alcatraz.
Hoogtepunt van deze trip was voor mij Grand Canyon NP. Op het pad dat je midden op de foto ziet, liep ik, met 40 graden zon op m’n harses. De 4 liter water die ik bij me had was op de heenweg al op. De stilte onderin de krater was onvoorstelbaar. Nog geen insect hoorde je. Drie uur naar beneden lopen en 6 uur naar boven. De dag erna geen tijgerbalsem hebben is gewoon superstom. Dan neem je dus even een helicopter om de rest te bekijken . Afsluiter van de trip was nog een week in Chicago met z’n vele blues bars en live jazz cafés. Staat nog op m’n to redo lijstje.