Cuba Libres en zwemmen met schildpadden

Oktober 2007. Dit keer is Zuid-Amerika aan de beurt. Ecuador, de Galapagos eilanden om precies te zijn. Het toegangskaartje van dit wel heel bijzondere natuurpark draag ik nog elke dag bij me in m’n paspoort.


Ecuador: op het vliegveld van Quito je realiseren dat ze hier Spaans spreken (ik had nogal lastminute geboekt en op dat moment wat andere dingen aan m’n hoofd..), strand, regenwoud, vulkanen, Panamahoed (ja, echt), kakkerlakken op je nachtkaars, teveel Cuba libres drinken om ’s nachts naar de wc te durven (of juist niet) , varkens met krulhaar, cavia eten (smaakt naar kip, maar dat wisten jullie wel). Maar als hoogtepunt toch echt de Galapagos eilanden.

Deze foto is van een Grapsus Grapsus krab op Española eiland. Dit was van alle eilanden veruit het mooiste, met z’n seaberts, leguanen en krabben. En niet te vergeten de Blauwvoetgenten met hun maffe paringsdansje. Dit was mijn eerste en enige groepsreis. Ondanks dat ik een aantal hele fijne reisgenoten had, is reizen voor mij toch iets wat ik het liefste alleen doe. De vrijheid om precies te doen waar ik zin in heb, ergens langer blijven als het fijn is. Of juist niet. De mooie contacten die je hebt. Er hangen nog steeds flarden van gesprekken tijdens die reis in m’n hoofd.

Mawlamyine

Slecht geslapen, koud gehad. Uiteindelijk om vier uur eruit om een deken te zoeken. Maar dan blijft ’t kreng van een haan als een dolle kraaien. ’s Ochtends wachtte me gelukkig een heerlijk ontbijt op een prachtige plek lekker in het zonnetje. Vervolgens wachten op de bus van elf uur. Opeens moet ik overstappen op een andere bus. Na 20 minuten word ik ergens voor een winkeltje gedropt en daar zit ik gewoon zonder enige info anderhalf uur te wachten. Gelukkig heb ik mijn boek. Uiteindelijk kom ik na een brakke rit toch nog om half vier aan. M’n bagage werd trouwens bewaakt door een kip. Arm beest. 

In Mawlamyine word ik meteen belaagd door tien mannetjes met brommertjes. OK, ik ga dus met al m’n bagage achterop de brommert. Het mannetje haalt voor zichzelf snel nog even een helm. Ik heb er blijkbaar geen nodig. Aangekomen bij Mr. Breeze zit de receptie bomvol met mensen. Hij heeft een kamer, die bij nadere inspectie meer een cel lijkt, voor 7 USD. Die doen we maar. Geld opsparen voor het dure centrum van het land. Even teken van leven gegeven naar huis en mail gecheckt. 

Dan naar de view point voor de sunset. Denk drie kwartier bergop lopen. Pretty hot. Boven aangekomen heb ik een prachtig uitzicht. Daar kom ik de jongens uit het hotel weer tegen. Zonsondergang is mooi maar lang niet zo spectaculair als beloofd. Uiteindelijk in het donker naar beneden gehobbeld. Waarbij ik natuurlijk verdwaal want alles ziet er anders uit in het donker. Valt nog reuze mee want weet zonder te vragen uiteindelijk toch het hotel te vinden.

Daar leuk zitten kletsen met een Amerikaans meisje, een Nederlandse man en een Belgisch koppel. Relaxte sfeer. Weer veel nieuwe tips. Ik heb toch besloten het klooster/meditatiecentrum te gaan proberen. Wish me luck (of zoals Duitser Ulf zei: veel succes met jezelf). Hahaha. Oh, de mensen zeggen hier op straat allemaal gedag en welkom. Verder valt er dankzij de taalbarrière weinig te communiceren.

Golden Rock

Vannacht vrijwel niet geslapen. Om half zes op. Snel boterham gesmeerd en taxi naar busstation genomen. Chaotische bedoening daar. M’n kaartje wordt nog omgewisseld dus ben even bang dat ik besodemieterd word. Ook breekt er nog een vechtpartij uit die er nogal eng uitziet. Ik moet een uur wachten want ik ben er veel te vroeg. Dan inladen. Kippen, groenten, fruit, meubels, je kunt het zo gek niet verzinnen. Stoelen zijn absoluut waardeloos, nul beenruimte en ik mag vijf uur naast een stinkende, boerende en tegen me aan duwende monnik zitten. Ben wel benieuwd voor wie de meegebrachte bloemen zijn..

Onderweg stoppen we een keer en daar hebben we de befaamde hangplees. Ik vind dat eigenlijk niet zo heel erg. Ook wordt er uiteraard megaveel eten verkocht. Een soort garnalentempurakoeken, kwarteleitjes (in enorme hoeveelheden) en allerlei andere meuk die er dubieus uitziet. Iets na twaalven komen we al aan in Kanpi. Ik ga meteen naar het Golden Sunrise hotel, best pick van Lonely Planet. Uiteraard zijn ook hier de prijzen verdubbeld: 52 USD. Ik zeg dat mijn budget max. 30 USD is en opeens heeft ie achterdoor nog een kamer voor 15 USD. Heb het idee dat ik nu in het personeelsverblijf zit. Verder prima, heb alleen geen douche/toilet op de kamer. Wel salamandertjes.

Nog even over de busreis. Onderweg supermooie natuur gezien. Rijstvelden, grazende en badende buffels. Boeren op het land met buffels voor de ploeg. Strooien hutjes. Heel primitief. Maar ook hier weer, net als in Vietnam, een pooltafel! Mooie meren met veel groen en lelies. Kindjes die net kunnen lopen in hun eentje langs de weg. Vaak lief met een beschermend ouder broertje samen hand in hand.

Meteen na het inchecken ben ik naar het truckstation gelopen want dat is de manier van transport voor de Golden Rock. De truck vertrekt pas als er 50 man aan boord zijn. Dat betekent zes personen op elk van de zeven rijen (waar in mijn beleving vijf personen passen) en de rest in de bagagebak of eraan hangend. De laatste aan boord moet compleet bovenop me gaan zitten. Ongeveer een uur naar boven rijden via haarspeldbochten en nergens iets om je aan vast te houden. Oh en had ik al gezegd dat ik een ijzeren stang in m’n rug had? Ik was gelukkig al gebroken van die busreis..

Eenmaal aangekomen blijkt het nog een half uur lopen naar de rots. Deze Golden Rock is een gigantisch granieten rotsblok dat balanceert op de rand van de 1100 meter hoge Kyaiktoberg. Boven op die rots is een gouden pagode gebouwd. Volgens de overlevering blijft het geheel in evenwicht door een haar van Budha. Wat is dat toch met die haren van Budha? Als vrouw mag ik niet bij de rots komen, dat is voorbehouden aan de mannen. Die zitten massaal bladgoudplaatjes op die rots te plakken.

Van een afstandje ziet het er wel gaaf uit, maar verder is daar niks te beleven. Ik ga een tijdje bij een soort terras, dat uitkijkt op de bergen, zitten. Even rust aan m’n kop. Tegen vieren ga ik weer richting rots. Ook hier werd ik weer tig keer gefotografeerd door locals. India flashback. Ze vroegen het wel steeds lief. Bij de laatste ronde kom ik een Engels koppel tegen, Jane & Paul. Hebben heel wat gereisd en geven wat tips voor Hsipaw, wat later deze reis ook op mijn planning staat. Paul, die als man wel tot bij de rots mag komen, zegt dat de Golden Rock hol klinkt. We concluderen dat het een grote papieren maché bol is. Leuke mensen waar ik tot zonsondergang mee heb staan kletsen. Toen snel wat foto’s maken en terug voor de laatste truck om zes uur. Daar had ik echt geluk mee, nadat ik instapte, vertrok hij, zes mensen achterlatend. Hoe die zijn thuisgekomen?

De mevrouw achter me zit opeens aan m’n haar en zegt dat ’t zo mooi is. Of ze het even op traditionele Birmese wijze mag doen? Haha, ik vind niks lekkerder dan dat iemand aan m’n haar zit. Resultaat is een mooie vlecht. Vrouwke helemaal blij. En ik stiekem ook. De weg naar beneden is zo mogelijk nog enger dan de heenweg. Het voelt alsof ik in een achtbaan zit zonder beugels. Later blijkt m’n hele rug bont en blauw te zijn.

Bij aankomst terug in het dorp gaan eten bij een restaurant waar medetoeristen zaten. Prima gegeten, kreeg er alleen onbedoeld een emmer bier bij, 640 ml voor 1,50 €. Morgen om elf uur de bus naar Mawlamyine, proberen daar die magische sunset te pakken.

Het is al goud wat blinkt

De eerste nacht meteen negen uur geslapen! Prima begin. Ontbijt gered, erg lekker, geen idee wat ’t was. Soort bonenpannenkoekje. Taxi genomen naar Silver Moon hotel. Slechte keuze, totaal buiten het centrum, duur met taxi en ranzig. Ook slecht Engels en slecht internet.

Vandaag stond een bezoek aan de Shwedagon Pagode op de planning. Maar bekaf als ik was, heb ik eerst twee uur liggen tukken. Toen ik genoeg moed verzameld had om naar buiten te gaan – ik sluit mezelf de eerste dag van een solo-trip altijd op in m’n kamer – ben ik de straat overgestoken naar een winkel die bustickets voor Golden Rock verkocht. Morgen om 8 uur ’s ochtends vertrekken vanaf het busstation. Vervolgens was het tijd om uit m’n comfortzone te stappen en de taxi te nemen naar de Shwedagon Pagode.

De 98 meter hoge, met 50.000 kilo bladgoud en duizenden edelstenen bedekte pagode ligt namelijk in een buitenwijk van Yangon. Het is de grootste tempel van Birma en een van de belangrijkste boeddhistische bedevaartsoorden ter wereld. Elke Birmese monnik wil hier tenminste eenmaal in z’n leven zijn geweest. Volgens de overlevering worden in de pagode acht haren bewaard van de laatste Boeddha. De tempel is als gevolg van de talloze aardbevingen meermaals opnieuw opgebouwd. Helaas kwam ik door mijn middagdutje pas tegen 5 uur in de middag aan toen de zon net begon onder te gaan. Wel prachtig licht, maar lastig goede foto’s te maken.

Bij binnenkomst werd ik meerdere keren aangesproken, overigens niet opdringerig, door mannen die wilden gidsen, Nadat ik al deze mannetjes had afgewimpeld, werd ik uiteindelijk ook aangesproken door een 32-jarige monnik die me uitlegt (twee woorden Engels, rest Birmees) dat ik de Sunday corner moet hebben voor mijn gebeden. Had ik zelf ook al bedacht aangezien mijn geboortedag een zondag was. Hij helpt me te offeren, drie kommetjes water over de buddha gooien, drie keer water in een grote vaas met bloemen. Twee kommetjes water bij een grote buddha. Twee kaarsjes aansteken. En ik leid een heel gelukkig leven 🙂 Oh en ik mocht de gong slaan!

Ik heb wel vier of vijf rondjes rondom de pagode gelopen, kon er geen genoeg van krijgen. Mooi om al die mensen te zien offeren en bidden. En die kleintjes die heel trots de gong mogen luiden. Cute. Ook hier maken ze hier stiekem foto’s van me. Om negen uur eindelijk mezelf naar buiten gesleept. Entree kostte overigens slechts 8 USD. Omdat ik nog niks had gegeten, nam ik een taxi in de hoop dat de chauffeur me ergens kon afzetten. Maar de beste man kon helaas geen restaurant vinden. Blijkt dat iedereen hier om die tijd al op een oor ligt.. Uiteindelijk van ellende terug naar het hotel gegaan en daar heerlijke tempura gegeten. Morgen vroeg op want om zes uur rijdt de taxi voor. Whaaa.

Jarig in Birma

Yangon vanuit de lucht gezien

Vandaag begon mijn solo-trip naar Birma (of Myanmar zoals ik eigenlijk moet zeggen). Mijn beste vriend zette me af op Schiphol en tijdens de overstap in Guangzhou ben ik jarig, 40 (VEERTIG). Raar gevoel dat niemand onderweg het weet. Acht uur overstaptijd op een vreselijk vliegveld, eindeloos hangen op een rottig bankje. Nergens fatsoenlijke horeca of stervensduur. Gelukkig ging de vlucht naar Yangon ook soepel en bleef ik in slaap vallen.

Bij aankomst op de luchthaven heb ik meteen 50 euro gewisseld (goede koers: 66.250 Kyat) en vervolgens een airport taxi genomen. Voor zes euro ben je in ongeveer een uur in Yangon. Onderweg kijk ik mijn ogen alweer uit. Het was alweer een tijdje geleden dat ik in Azië was. Steven, een sympathieke chauffeur, van Golden Swallow Tours brengt me naar Daddy’s Home hotel en hij geeft me tips over de stad. Het hotel is centraal gelegen en redelijk OK. Helaas zijn er geen ramen in m’n kamer en bevinden toilet en douche zich op de gang. Wel is er airco. En condooms. WTF?

Wifi werkt hier boven verwachting goed! Even alle verjaardagsberichtjes lezen en aan het thuisfront laten weten dat ik goed ben aangekomen. Meteen bij aankomst heb ik al contact met Fransman Claude waar ik een biertje mee drink en de stad in ga om te eten. Heerlijke curry gehad in een wel erg local tentje. Vriendelijke mensen overal. Daarna hebben we nog een beetje door de stad gelopen. Veel mensen op straat, het doet me een beetje denken aan Vietnam met de lage krukjes en overal eten. In het hotel hebben we nog een biertje gedronken voordat ik de laatste verjaardagswensen ging lezen en toen ben ik lekker op tijd gaan slapen.